Uit het kloosterarchief van onze zusters [33]

Een nieuwe fase
Misschien is de fase die nu in de geschiedenis van de kweekschool volgt niet heel erg boeiend voor alle lezers. Toch vereist een verantwoorde geschiedschrijving, dat belangrijke thema’s wel de revue passeren om een goed beeld te krijgen. Vandaar dat ik niet schroom om de historie zo objectief mogelijk weer te geven.

Als eerste reactie op het nieuwe kweekschoolplan schrijven de zusters een beargumenteerde brief aan het Centraal Bureau voor Katholiek Onderwijs, waarin ze een poging ondernemen te redden wat er te redden valt. Zo delen zij het bureau het volgende mee: "Wij hebben een in- en externaat, mede bedoeld tot het opleiden van religieuzen, wat onze enige opleiding is; tevens zijn we bestuur van 45 lagere scholen met ca. 12.000 leerlingen en 5 ulo-scholen met zo’n 800 leerlingen; we werken meestal in wat kleinere plaatsen, waar moeilijk aan leerkrachten te komen is; op onze eigen lagere en ulo-scholen hebben we alle gelegenheid meisjes te stimuleren onze kweekschool te bezoeken, die thans 92 studenten telt maar in september a.s. zullen dat er meer zijn; zowat de helft hiervan komt van de ulo-school aan de Pastoor van Erpstraat 1; deze school met 134 studenten in 1953 is gegroeid tot 242 in 1956 en daarom zal het aantal kweekschoolstudenten vermoedelijk wel oplopen tot rond de 125, wat dus boven de door de commissie ingestelde norm ligt; bovendien zal ons internaat alleen maar groeien als andere kweekscholen hier in de regio zouden moeten sluiten; met de opleiding op cultureel-maatschappelijk vlak hebben we inmiddels twee jaren ervaring opgedaan; onze kweekschool, waar vier docenten een volledige weektaak hebben en twee anderen zich nog verder bekwamen, dateert al van 1896 en is een van de oudste van ons land".

 

kweekschool - hoofdingang [map 1139].jpg

Wat de gemoederen in de regio bezighoudt is de vraag over de reële levensvatbaarheid van de Schijndelse kweekschool en die van Veghel en Oirschot. Zou het niet beter zijn Helmond uit te kiezen als nieuwe vestiging. In hoeverre maakt Schijndel nog kans op een experiment van een kweekschool met havo-top in de 1e leerkring, toegankelijk voor alle soorten studenten en dus ook jongens!

Onvermijdelijke fusies liggen in het verschiet, maar het laatste woord is er nog niet over gezegd. Ook speelt de overweging in Schijndel een evt. mavo-havo-kweekschool-scholengemeenschap te stichten, met dan tevens een gemengd karakter. Voor de zusters, die gewend waren aan eigen meisjeskweekschool en meisjesinternaten mulo en kweekschool, een complete nieuwe stap in de ontwikkeling van hun onderwijsfilosofie en in de denkbeelden die tot dan toe geheerst hadden. Binnen de historie van de Schijndelse kweekschool een ombuigingsoperatie van formaat.

De hoofdingang van de kweekschool
aan de Pastoor van Erpstraat.
 
 
Maar er was nog meer. Voor de congregatie van de Zusters van Liefde wordt het beheer van het gehele onderwijs een gecompliceerde opgave, vandaar dat het hoofdbestuur, na vele lange diepgaande gesprekken, in 1960 noodgedwongen besluit tot stichting van een scholenbureau, een soort algemeen administratief centrum als overkoepelend orgaan voor al hun kleuter-, basis-, blo-, ulo-, huishoud- en kweekscholen, bekend onder de naam ‘de Meierij’. De congregatie heeft op dat moment 80 scholen met gezamenlijk 450 leerkrachten en 100 krachten in de bedienende sector. De zusters die er vanaf het allereerste begin rechtstreeks bij betrokken worden zijn zuster Veronique van Woerkom, hoofd onderwijszaken, die in 1965 in die functie wordt opgevolgd door zuster Martinia Huijbers tot 1971. Dan volgen de zusters Josephine van Helvoort en Johanna Vianney van Uden als hoofden onderwijszaken, die vervolgens in de periode 1972-1977 nog fungeren als bestuurslid.
 
kweekschool.geslaagden 1957 [map 844].jpg De groep examenkandidaten uit 1957 met tussen hen in de kweekschooldocenten – staande v.l.n.r. Maudy Thijssen, Bets Donkers, Dina van Dongen, Lenie Loeffen, Toos van Kemenade, Ans nijhof, Gerdan van Dommelen, Marie Louise Gloudemans, Elba Mercelina, Mariet Fischer, Bea Broeren, Truus Lange, Diny van Kleef en Anny Teunissen – geknield en zittend v.l.n.r. Trees Bastein, Ans Bastein, Maria Thijssen, Anny Beks, Truus van Noye, Ria van der Linden, Dien Sanders en Anny Nabuurs en zr. Marie Generosa Valentijn
 

Examenkandidaten van de Mariakweekschool 1962 eveneens met in hun midden de docenten van toen - vlnr van boven naar beneden ….Tonny van Tilborg, Cobie Verhoeven, Nell van Dinter , Thea vd Berg, Annemie Gruijthuijsen, Ria van Doremaele , Ine Raaijmakers, Willy vd Oever en Marietje Ondersteijn; zittend vlnr Diny van Leuken, Annemarie Deelen, Riek Raymakers, Ria van Gorp, Bets Huijbers, Corry vd Meijden, Lucy Sauvé en Riet Peters; liggend vlnr Truus Hoek, Chrsitien van den Berk en Teresa van Tilborg.

 

afgestudeerden Mariakweekschool 1962.jpgE

 
Toelichting op de Mammoetwet
Op het ministerie van onderwijs bereidt men een nieuwe wet voor die in 1968 onder de benaming ‘Mammoetwet’ de geschiedenis in zal gaan. Jaren van voorbereiding gaan er aan vooraf. Reeds in oktober 1964 komt een zekere heer H.F.Happel als vertegenwoordiger van het ministerie van O&W naar een algemene vergadering van de vereniging van besturen van katholieke kweekscholen om de eerste ‘blauwdruk’ van de nieuwe plannen toe te lichten. Cruciaal thema zijn de ideeën over het havo-onderwijs en specifiek in relatie met de kweekschoolopleidingen. De nieuwe kweekschool, die sinds 1952 al bestond uit twee leerkringen, blijft in die vorm weliswaar bestaan of er worden althans geen ingrijpende wijzigingen voorgesteld, maar komt wel terecht in sector hoger beroepsonderwijs. Nieuw is ook dat de bestaande 1e leerkring zal beschouwd worden als een voorbereidende leerkring, die niet meer per definitie onder het kweekschoolonderwijs valt. Het wordt in de ogen van de plannenmakers een soort tweejarige vóóropleiding. Daarin is dan plaats voor een havo-opleiding gericht op een brede en veelzijdige ontwikkeling via een batterij verplichte vakken en een serie facultatieve, waarover het nieuwe schoolbestuur dan eigen keuzes kan maken. Men noemt o.a. de moderne talen, sterrenkunde, latijn, bijbelkennis, kunstgeschiedenis, voordrachtskunst, toneel, filmkunst, hygiëne, kinder- en ziekenverzorging, zorg voor woning, voeding en kleding. Voorts wordt uitleg gegeven over toekomstige lesurentabellen etc. voor de zgn. kernvakken en keuzevakken en andere technische uitvoeringsmaatregelen, die we de lezer zullen besparen!

De consequenties voor Schijndel zijn….overweeg een groter samenwerkingsverband mavo-havo-kweekschool en bezie of de koppeling van een havo-top [havo 4 en 5] aan de kweekschool een reële kans van slagen kan hebben.

 

kweekschool rechts en mulo links [map 1139].jpg

Gebouwencomplex muloschool en achterzijde van de kweekschool met hun internaten.
 
Overleg op hoog niveau
De stevige inleiding van de heer Happel blijft niet zonder gevolgen. In diverse commissies wordt gebrainstormd over de toekomst van het Schijndelse voortgezet onderwijs. Het uiteindelijke resultaat, zonder op alle details in te gaan, is een brief van het bestuur van de R.K. kweekschool dd. 9 april 1965 waarin men schrijft, geen bezwaar te hebben tegen toelating van leerlingen die niet de ambitie hebben om het onderwijs in te gaan en men dient aan H.M.de Koningin een verzoek in om deel te mogen nemen aan het havo-experiment binnen de 1e leerkring van de kweekschool. De Mariakweekschool zal vanaf 1 september 1965 starten met een havo-top. Dit is tevens de wens van de gemeente Schijndel omdat er een toenemende behoefte bestaat en groeiende is voor een dergelijke onderwijsvorm, mede als basis voor werknemers voor middenfuncties in het bedrijfsleven. Er wordt een volledig leerplan en een lesurentabel ingestuurd voor havo 4 en 5. Als doelstelling voor de onderwijskundige aanpak binnen deze nieuwe stroming somt men op: ontwikkeling van het vermogen tot zelfstandig werken, zich eigen maken van een kritische zin, stimuleren van organisatietalent, gevoel bijbrengen voor samenwerking, een basis leggen voor verantwoordelijkheidsbesef, versterking van het concentratievermogen, leren inventief te zijn, correcte omgangsvormen, gevoel voor menselijke verhoudingen en feeling bijbrengen voor culturele zaken. Men probeert die doelstellingen te bereiken door taakwerk, groepswerk, klassegesprekken, culturele bijeenkomsten, vaste studie-uren en bibliotheekwerk. Men maakt zelfs onderscheid in drie stromen nl. de A-stroom met wis-en natuurkunde in het pakket, de B-stroom die meer sociaal-economisch is gericht en tenslotte de C-stroom voor hen die extra feeling hebben voor moderne talen. Soms gebruikte men ook de uit het Grieks afgeleide termen van alpha, beta en gamma-richting. Uit een getalsmatig overzicht uit 1983 blijkt dat deze havo-top slechts gefunctioneerd heeft over de jaren 1968-1972.
 
studentenoverzicht 1966-1982.jpg

Het getalsmatig overzicht van de kweekschoolstudenten
waarin enerzijds de groei maar ook de sterke afname in de periode van de Pedagogische Academie duidelijk wordt.