Toespraak van zr. Truus Sonder bij de onthulling van het monument
![]() |
![]() |
|
Ons verhaal van toen en nu heeft geklonken. Verhalen die ons gedragen hebben tot hier toe. Te midden van mensen die we onze reisgenoten noemen. Zo waren en zijn we altijd weer op weg naar morgen en overmorgen. Zo waren en zijn we nog onderweg. En altijd weer klinkt de roep: ga op weg naar morgen en overmorgen. Ook vandaag. Daarmee staan we in de traditie van het Volk van God. Het trekkende volk dat van weide naar weide trok. Altijd op zoek naar vruchtbare grond. Bij elk vertrek richtten ze een gedenksteen op om de Heer te danken en een herinnering achter te laten dat het volk hier geweest was en leven had ontvangen. Bij het betreden van een nieuw gebied werd de Naam van de Eeuwige uitgeroepen en werd om zegen gebeden. Zo werd elke plaats waar het volk verbleef een geheiligde plaats. |
|
|
|
|

.jpg)

.jpg)